We liggen eruit. Na fabuleus spel in de groepsfase. En ik weet ook waarom. Donderdagochtend 19 juni werd Khalid Boulahrouz van het trainingsveld weggehaald, en hem werd verteld dat zijn te vroeg geboren baby was overleden. Een drama, maar wie zei er ook al weer dat voetbal oorlog is? Ik denk dat nog diezelfde dag, of uiterlijk een dag later, er een keuze gemaakt had moeten worden. Gaat Khalid door of niet? Zo ja, dan niet zeuren. En zo nee, dan had niemand hem dat kwalijk genomen. Je laat je team echt niet in de steek en hij had onmiddelijk naar zijn vrouw kunnen gaan. Sterker nog, je bewijst je team een dienst, want niemand heeft er wat aan als je zwaar aangeslagen het veld op komt. Over zijn keuze om door te gaan en de sterke betrokkenheid van de andere spelers had ik al helemaal geen goed gevoel. Zoiets kost energie. En toen al de Nederlandse spelers het veld opkwamen met rouwbanden om wist ik het zeker: dit wordt niks. Ze nemen het drama van Boulahrouz mee het veld op. En inderdaad, we waren geen schim van het elftal dat Italie en Frankrijk met 3 doelpunten verschil had verslagen. Het was alsof niet alleen Boulahrouz, maar al onze spelers bij iedere stap een dode baby op hun rug meedroegen. De kater is groot.